Kinderen leren en ontwikkelen zich via de ervaring en via spel. Iedere dag een paar spelletjes spelen, liefst op een vast tijdstip, heeft meer effect op het bevorderen van de hechting dan een keer per week drie kwartier bij de therapeut.
Daarbij is samen spelen ook gewoon een hele fijne manier om in contact te komen met je kind. Een kind leert door te spelen bijvoorbeeld ook omgaan met frustraties en lastige emoties. Een half uur intensief contact zorgt voor meer verbinding. Bijkomend voordeel? Minder conflicten! Een kind dat te weinig in contact is zal conflicten uitlokken tijdens de dagelijkse verplichtingen zoals tandenpoetsen en aankleden. Lastig gedrag is wat dat betreft een mooie graadmeter. Onder elk gedrag zit namelijk een onvervulde behoefte en 9 van de 10 keer is dat de behoefte aan meer verbinding. Kinderen schreeuwen letterlijk om aandacht (verbinding). Weet je ook gelijk waar het spreekwoord vandaan komt.
Inzicht in je kind en zijn belevingswereld
Naast het voldoen aan de behoefte van verbinding is spel ook een mooie manier meer inzicht te krijgen in de belevingswereld van je kind. Ga eens observeren wat je kind precies doet tijdens het spel. Waar speelt hij het liefst mee? Is het nog vooral rammen met de blokjes of wordt er al een huis mee gebouwd? Zijn de dieren enkel gooi objecten of komt er al een rollenspel tot stand? Wanneer je weet hoe je kind speelt kan je daar heel mooi bij aansluiten. Op deze manier heeft je kind echt het gevoel dat hij er toe doet. Jij weet immers precies waar hij van houd en hoe je daarbij aan kunt sluiten.
Niet alleen zijn belevingswereld krijg je zo duidelijk in beeld. Je krijgt sowieso meer inzicht in je kind. Wat doet hij bijvoorbeeld tijdens een spelletje? Kan hij niet tegen zijn verlies, of laat hij anderen juist winnen? Kijkt hij bij het bouwen van een toren hoe jij het doet of trekt hij zijn eigen plan. Aan het spel van een kind kun je zoveel aflezen. Je kunt eigenlijk precies zien hoe je kind in elkaar zit. Blaakt hij van het zelfvertrouwen of is hij juist wat terughoudender? Vindt hij het vreselijk om fouten te maken of doet dat hem juist helemaal niets?
Modelen
Wanneer je deze inzichten verkregen hebt kun je vervolgens heel mooi met spel aan de gang om te werken aan de dingen die hij nog moeilijk vindt. Denk bijvoorbeeld aan een rollenspel waarin jij laat zien dat het helemaal niet erg is om een foutje te maken. Of speel een spelletje waarbij je expres verliest (zonder dat je kind dit weet natuurlijk) om zo te laten zien dat het helemaal niet erg is om te verliezen. Met een mooi woord heet dit modelen, eigenlijk gewoon het goede voorbeeld geven.
Je kunt een rollenspel ook gebruiken om te laten zien hoe je op de juiste manier conflicten oplost of omgaat met een pester.
Zelfs schoolse dingen kun je verwerken in spel. Denk aan het tellen van de blokjes in een toren of het samen lezen van een boekje. Maar ook het benoemen van de kleurtjes bij de strijkkralen of het tellen van de appels in jullie net getekende boom. De mogelijkheden zijn eindeloos. Hoe gekker, hoe leuker!
Gevoelens verwerken
Tenslotte is spelen nog een fantastisch mooie manier om gevoelens te verwerken. Denk bijvoorbeeld eens aan een kussengevecht na een lange schooldag. Soms zijn kinderen dan boos en chagrijnig. Op school is het toch veel moeten en weinig mogen. Thuis willen ze dan de macht terugpakken en de baas spelen, met ruzies met hun zusje tot gevolg. Doe dan eens een kussengevecht. Hij kan dan zijn gevoel van machteloosheid verwerken en krijgt weer de kans zich krachtig te voelen en de baas te zijn over zijn keuzes.
Het belangrijkste aspect van spelen blijft voor mij toch het voldoen aan de behoefte tot verbinding. Wanneer ouders het gevoel hebben dat ze zijn vastgelopen met hun kind, als ze in een negatieve spiraal terecht zijn gekomen met elkaar of als ze zich machteloos voelen in de opvoeding van hun kind, kan spelenderwijs verbinden helpen. Het is een bijzondere manier om ouders en kinderen bij elkaar te betrekken. Als de relatie verbetert, vermindert ongewenst gedrag en kan de ouder het kind beter aanvoelen en sturen.
Sta jij nu ook te popelen?
Hier alvast een paar ideetjes om mee aan de slag te gaan:
Wat is er veranderd? (vanaf 5 jaar)
Je legt je kind uit dat je iets aan jezelf gaat veranderen. Je vraagt daarom aan je kind om goed naar jou te kijken. Je draait je om, of je kind draait zich om en dan verander je snel iets aan jezelf. Je doet bijvoorbeeld je haar los of je trek een schoen uit. Wanneer je kind weer mag kijken vraag je hem wat er aan jou is veranderd.
Tekenen op je rug (vanaf 4 jaar)
Laat het kind voor je zitten met zijn rug naar jou toe. Je vertelt dat je op zijn rug een tekening gaat maken. Eerst wordt het bord schoongeveegd.
Daarna maak je een eenvoudige tekening. Maak eenvoudige tekeningen zoals een boom of een huis. Gebruik enkele vingers tegelijk of een vlakke hand, anders gaat het kietelen en geef steeds voldoende druk. Vertel het kind pas wat je hebt getekend als je al klaar bent, om zo het kind de kans te geven zelf goed te voelen wat je op zijn rug doet.
Teken daarna nog een keer hetzelfde. Nu weet het kind al wat het is, waardoor de tekening nog krachtiger voelt.
Hup ballonnetje hop (vanaf 7 jaar)
Dit is een gezinsoefening. De uitdaging is dat iedereen goed meewerkt. Ieder houdt een hoek van het badlaken vast. Een ballon wordt in het midden gelegd.
Van te voren spreken jullie een teken af waarop jullie met elkaar het badlaken naar boven brengen, zodat de ballon omhoog vliegt. Het is de kunst om de ballon omhoog te gooien en weer op te vangen. Hoe vaak lukt het voordat de ballon ernaast valt?
Bellen klappen (vanaf 2 jaar)
Vertel het kind dat jullie bellen gaan blazen. Het kind mag alle bellen kapot slaan. Al snel pas je een variatie toe en vraag je of het ook lukt met een voet of een knie. Om het spel weer wat rustiger te krijgen vraag je om het heel voorzichtig te doen met een elleboog, een wijsvinger of een pink.
Helemaal enthousiast geraakt van deze spelletjes en je wilt graag nog meer in verbinding met je kind? Neem dan contact op!