Als kinderen in hun eerste levensjaren een veilige relatie met hun opvoeders opbouwen, legt dat een stevige basis voor het leven. Op basis van de relatie die kinderen van jongs af aan ervaren met hun ouders, ontwikkelen ze overtuigingen over zichzelf en de wereld om hen heen. Dit referentiekader zal ze een leven lang beïnvloeden. Een voorspelbare, veilige en liefdevolle omgeving zorgt ervoor dat de hersenverbindingen die nodig zijn voor een gezonde ontwikkeling worden geactiveerd. Het is dus belangrijk dat ouders enthousiast en invoelend reageren op hun kind en zijn pogingen om contact te maken. Dat is namelijk wat kinderen willen; verbinding!
Daar hoort nadoen bij. Kinderen doen hun ouders tot in de kleinste details na, hierdoor ontstaat wederkerigheid en vertrouwen wat weer leidt tot een veilige gehechtheid. Ze zijn op het voorbeeld van volwassenen aangewezen, waarbij de lichaamstaal meer impact heeft dan woorden.
Een kind luistert niet naar wat je zegt, maar naar wat je doet
Hechting is hét fundament voor de gezonde ontwikkeling van een kind. Kinderen hebben namelijk een enorme levenswil om verbinding te zoeken. Een kind kan als het ware niet, niet hechten. Afhankelijk van de input van de ouders ontstaat er een veilige of onveilige hechting. Het soort hechting dat een kind ontwikkelt, heeft invloed op zijn totale ontwikkeling. Veilig gehechte kinderen onderscheiden zich van onveilig gehechte kinderen door het vertrouwen dat zij hebben in zichzelf en de anderen om zich heen.
Onveilige hechting ontstaat als de vroege ervaringen van het jonge kind met de ouders negatief zijn. Dit hoeft niet gelijk verwaarlozing of mishandeling te betekenen. Het kan ook al ontstaan als de ouder met eigen problemen kampt als depressiviteit en zelfs al als de ouder onvoorspelbaar is of niet voldoende sensitief reageert als een kind hun aandacht nodig heeft. Het kind leert of krijgt het gevoel dat hij niet op zijn primaire verzorgers kan vertrouwen. Deze overtuiging verankert diep van binnen en de wereld wordt als onveilig en beangstigend ervaren.
De 3 onveilige hechtingsstijlen
- Vermijdend Gebeurt wanneer een kind relatief vaak ervaart dat de ouder afwijzend of onvoldoende sensitief op hem reageert. Hij leert dat hij er niet op kan vertrouwen dat de ouder er voor hem is. Je ziet dat het onveilig gehechte kind geen hulp vraagt en geen troost zoekt. Ook in andere sociale contacten houden ze het liefst afstand.
- Ambivalent Gebeurt wanneer ouders aanhoudend onvoorspelbaar gedrag vertonen. Denk aan een ouder die de ene keer wel reageert en de andere keer de krant belangrijker vindt of een ouder die troost als het kind blij is en boos wordt als het kind huilt omdat hij gevallen is. Kinderen worden onzeker omdat ze niet weten of de ouder wel beschikbaar is. Ze zoeken voortdurend contact, de ene keer aanhankelijk, dan juist passief of boos. Een relatie met een ambivalent gehecht kind is verwarrend; de ene keer hangt het kind aan je, de andere keer wijst het je juist af.
- Gedesorganiseerd Gebeurt wanneer het kind heeft geleerd dat het nooit weet wat het van de ouder kan verwachten. Dit kan zijn ontstaan vanwege verwaarlozing of mishandeling maar ook als de ouder erg angstig of depressief was. Deze ouders zijn zowel een bron van steun als een bron van angst. Als gevolg van de tegenstrijdige gevoelens die leven bij deze kinderen laten ze onvoorspelbaar en rigide gedrag zien. Ze willen zoveel mogelijk controle hebben over wat er gebeurt om zo het risico op onvoorspelbaarheid zo klein mogelijk te houden.
Nu wil je vast weten hoe je ervoor kunt zorgen dat jouw kind zich zo veilig mogelijk hecht. Dat heb je gelukkig zelf in de hand met jouw manier van opvoeden en spelen. Benieuwd hoe?