Over alles wat ik dagelijks doe en dus ook over alles wat ik doe tijdens de sessies gooi ik het sausje van onvoorwaardelijk opvoeden en bewust en natuurlijk ouderschap. Persoonlijk vind ik dat je hierin alles terugvindt om een veilige hechting te bevorderen.
Natuurlijk Ouderschap
Natuurlijk ouderschap staat internationaal bekend als “attachment parenting”. Een letterlijke vertaling zou “hechtend ouderschap” zijn. Erg passend hier toch?
Natuurlijk ouderschap (ooit begonnen met de ideeën van dr. William Sears) gaat ervan uit dat ouders de enige echte deskundigen zijn als het gaat om hun eigen kind. Ouders voelen zelf het beste aan hoe zij met hun kind moeten omgaan, mits zij naar hun eigen gevoel kunnen luisteren (vandaar dat ik hier bewust ouderschap aan toevoeg daar later meer over). Om jezelf deskundig te kunnen noemen is het van belang dat ouder en kind elkaar zo goed mogelijk leren kennen. Hierdoor ontstaat veilige hechting. Hoe beter de hechting, hoe beter ouder en kind elkaars signalen begrijpen, hoe meer het hele gezin kan floreren.
Hechtingsbevorderend
Bovenstaande handvatten zijn gelijk de directe behoeften van een baby. Het volgen van de behoeften van je kind is zeer belangrijk voor de hechting, het kind moet er namelijk op kunnen vertrouwen dat zijn ouders helpen om de behoeften te vervullen. Wanneer het kind honger heeft en de ouder reageert hierop door de behoefte te vervullen, dan bouwt het kind vertrouwen op naar de ouder en ook vertrouwen in zijn eigen lichaam. Door veel bij elkaar te zijn leer je elkaar heel goed kennen. Je leert de signalen van je kind interpreteren en ondervindt wat jij en je kind de fijnste manier vinden om daarop in te spelen. Het respecteren en ondersteunen van de behoeften van een kind, helpen het kind in contact te blijven met zijn behoeften. Zowel in de kindertijd als daarna.
Vanaf de peuterleeftijd
Bij Natuurlijk Ouderschap is het dus belangrijk dat je luistert naar de behoeften van een kind. Luisteren naar kinderen vanaf drie jaar heeft echter niet direct te maken met luisteren naar wat ze verbaal uiten. Dat betekent absoluut niet dat ze verbaal genegeerd moeten worden, maar de ervaring is dat wat ze zeggen lang niet altijd in lijn is met wat ze werkelijk nodig hebben. Hoe ouder kinderen worden, hoe meer behoeften ze krijgen. Deze behoeften kunnen een innerlijk conflict bij de kinderen oproepen, dus het is aan de ouder om te kunnen filteren welke behoefte op dat moment prioriteit verdient en dat is lang niet altijd de behoefte die ze op dat moment verbaal uiten. Vaak is dat juist de behoefte die ze non-verbaal uiten, zoals ze dat ook als baby’s deden.
Een kind kan bijvoorbeeld een ouder vragen of die hem wil toestoppen met een dekentje op de bank. Een ouder zou kunnen denken dat het helemaal niet koud is, of dat het uitgesloten is dat het kind moe of ziekjes is. Je kunt dan op verschillende manieren reageren; je kunt je kind gewoon toestoppen omdat je denkt dat je daarmee de behoefte van het kind hebt vervult of je zegt dat het kind maar moet spelen, omdat hij het daar vanzelf warm van krijgt. Beide reacties zijn erg begrijpelijk, maar het loont om na te gaan waarom je kind verbaal een behoefte uit die logischerwijs niet reëel is op dat moment. De kans is bijvoorbeeld groot dat je kind dat dagdeel nog maar weinig exclusieve aandacht heeft ontvangen en de vraag om een dekentje eigenlijk een vraag om aandacht is. Dit voorbeeld kun je ook vertalen naar situaties waarin je kind om negatieve aandacht vraagt. Is het kind dan werkelijk vervelend, of wordt het inderdaad tijd voor een gezellig spel samen of is het gewoon moe? En geef je dan toe aan de negatieve manier van aandacht vragen, straf je het kind vanwege zijn gedrag of buig je de situatie om door niet in te gaan op het negatieve gedrag, maar wel in te gaan op de daadwerkelijk behoefte die daarachter schuilgaat? In tegenstelling tot wat documentaires vaak laten zien over gezinnen die gehecht ouderschap vooropstellen, is Natuurlijk Ouderschap dus niet het kind zomaar zijn zin geven.
Van belang binnen natuurlijk ouderschap is dus ook om op een respectvolle manier met het kind te communiceren. De technieken van How2Talk2Kids© bieden hierbij fijne handvatten (zie blog).
Bewust ouderschap
Zoals ik al eerder benoemde vind ik met mijn achtergrond als kindertolk het stukje bewust opvoeden in het ouderschap onmisbaar. Wanneer ik spreek over bewust opvoeden bedoel ik dat je bewust je kind volgt in zijn behoeften, zelfs wanneer dit tegen de maatschappelijke stroom in gaat. Het houdt in dat je weer gaat luisteren naar jouw eigen gevoel en naar je kind en dat je steeds meer gaat leven vanuit jouw eigen authenticiteit. Bewust ouderschap begint bij jezelf, door je bewust te zijn van je eigen gedrag. Wat zijn jouw overtuigingen en opvattingen? Wat heb jij meegekregen uit jouw eigen opvoeding? We hebben namelijk zoveel bagage van onze onbewuste ouders (en grootouders) geërfd, en als resultaat nemen we alles van hen over, zonder ons af te vragen: werkt dit eigenlijk wel voor mij?
Volgens dr. Shefali is het narcistisch wanneer we denken dat we een kind op kunnen voeden als we onszelf niet hebben opgevoed. Je bewust worden van je denken en je handelen. Jezelf helen van de trauma’s uit je kindertijd. Je ontdoen van al je overtuigingen die niet voor jou werken. Die niet jouw waarheid zijn. Op ontdekkingstocht gaan: wie ben ik, wat wil ik, waar sta ik voor? Wanneer je jezelf vindt en accepteert en waardeert, dan zul je ook de ander respecteren voor wie hij/zij is en dan heb je geen behoefte meer om mensen (en dus je kind) te veranderen. ‘‘De meeste ouders accepteren hun kinderen niet voor wie ze zijn, omdat ze zichzelf niet hebben geaccepteerd voor wie ze zelf zijn.’’
Voed je bewust op dan gedraag je je zoals zelf ook behandeld wilt worden. Een kind luistert immers niet naar wat je zegt, maar wel naar wat je doet. Daarbij denk je ook bewust na over het straffen en belonen. Beide zijn namelijk geen duurzame oplossingen.
Wanneer we het hebben over straffen en belonen is mooi het bruggetje te maken naar mijn derde sausje, namelijk dat van onvoorwaardelijk opvoeden.
Onvoorwaardelijk opvoeden
Heel vaak stellen we onbewust voorwaarden aan kinderen. “Als jij je bordje leeg eet, krijg je een toetje” is daar een voorbeeld van. Maar het kan ook minder direct. Je kind negeren als het negatieve aandacht vraagt is ook het stellen van een voorwaarde. De voorwaarde is in feite: als je gewenst gedrag vertoont, krijg je aandacht. Ook je kind prijzen wanneer het lekker aan het tekenen is, is een vorm van voorwaardelijk handelen: wanneer je zoet tekent, krijg je aandacht. Dr. Alfie Kohn stelt dat ouders op deze manier liefde tot een verhandelbaar goed maken, die verdiend moet worden: er worden voorwaarden aan verbonden om liefde te mogen krijgen.
De relatie staat voorop
Onvoorwaardelijk ouderschap legt de nadruk op het houden van je kind om wie hij is en niet om wat hij doet. Het is belangrijk om ervan uit te gaan dat kinderen van nature goed zijn. Hun gedrag is een reflectie van emoties, van onvervulde behoeften. Je kind mag ook voelen dat je van hem houdt als hij een driftbui heeft, misschien wel júíst als hij een driftbui heeft. Je kind zal voelen dat hij bij je terecht kan als hij het moeilijk heeft. De relatie tussen ouder en kind en respect hebben voor elkaar staan voorop. Dit vertoont veel overeenkomsten met natuurlijk ouderschap.
"Onvoorwaardelijk ouderschap legt de nadruk op het houden van je kind om wie hij is en niet om wat hij doet"
Ongewenst gedrag
Natuurlijk vertonen kinderen soms in onze ogen vervelend gedrag. Vaak zijn het emoties die zorgen voor driftig of anderzijds moeilijk gedrag. Kinderen kunnen nog niet altijd uitleggen wat er met ze aan de hand is. In hoeverre kinderen ingewikkelde gevoelens kunnen duiden is afhankelijk van de leeftijd en persoonlijkheid van het kind. Onvoorwaardelijk ouderschap gaat, net als de gesprekstechnieken van How2Talk2Kids, uit van het begeleiden van en samenwerken en overleggen met je kind. Het daagt je uit om je te verplaatsen in je kind en zijn gevoelens serieus te nemen. Eenzijdig beslissingen en maatregelingen nemen, passen hier moeilijk in.
Wanneer je alleen het gedrag (oppervlakte) aanpakt kom je niet tot de kern van de oorzaak (onzekerheden, angsten en dergelijke) van het gedrag. In een maatschappij waar veel aandacht is voor de buitenkant is het juist waardevol een kind mee te geven dat dit niet definieert wie je bent.
Grenzen
Maar hoe leer je een kind dan wat wel en niet door de beugel kan? Kinderen hebben toch grenzen nodig? De ‘Onvoorwaardelijk Ouderschap’ aanpak is zeker niet dezelfde als laissez-faire of een grenzeloze laat-maar-waaienopvoeding.
Je hoeft dus niet bang te zijn dat alles ineens mag, dat er geen grenzen meer zijn of dat kinderen de baas zijn. Kinderen kunnen nu eenmaal niet alles zelf bepalen en overzien. Iedereen heeft zijn persoonlijke grenzen en doet er verstandig aan deze te ‘bewaken’. In een volwassen relatie werkt het het beste om gewoon uit te leggen waarom je iets niet wilt hebben. Bij kinderen vergeten we deze optie vaak, terwijl ze dit toch verrassend vaak goed kunnen begrijpen en vervolgens de grens accepteren. Als de uitleg maar aangepast is aan het begripsniveau van het kind.
Veel nee’s komen voort uit gewoonte en niet omdat het echt niet mag of kan. Wees niet te strikt, maar vraag je bij elke situatie bewust af waarom het eigenlijk niet mag. Zijn het echt jouw grenzen of komen ze voort uit jouw onbewuste overtuigingen? Neem de tijd om te achterhalen waarom je kind bepaald gedrag vertoont. Er zit altijd een reden achter. Wanneer je begrijpt waarom een kind reageert zoals het doet, zul je waarschijnlijk milder reageren op het gedrag.
Intrinsieke motivatie
Een ander belangrijk punt is de waarde die gehecht wordt aan de intrinsieke motivatie van kinderen. Intrinsieke motivatie houdt kort gezegd in dat kinderen iets vanuit zichzelf willen doen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het willen delen van speelgoed omdat samen spelen leuk is of omdat ze iets liefs willen doen voor een ander. Ook het willen ontwikkelen van een vaardigheid, zoals leren lopen, zelfstandig eten of zindelijk worden, valt onder intrinsieke motivatie. Wanneer de motivatie van buitenaf komt, bijvoorbeeld door belonen en/of straffen, dan vermindert de persoonlijk motivatie van kinderen direct.
Kohn stelt dat de intrinsieke motivatie belangrijker is omdat de kans groot is dat het gewenste gedrag niet meer wordt vertoont zodra de externe motivatie (bijvoorbeeld de ouder) niet aanwezig is. Gedrag zou niet moeten afhangen van beloning.
Zoals je leest borduren de verschillende methodes en technieken op elkaar voort. Ik vind ze persoonlijk onlosmakelijk met elkaar verbonden en pak uit alles de dingen mee die ik belangrijk vind. Ieder gezin is immers uniek en dus is er niet voor iedereen 1 pasklaar antwoord op een probleem.
Ben je benieuwd wat het antwoord gaat zijn op het probleem wat op dit moment bij jou thuis speelt? Neem dan gauw contact op!
De informatie op deze pagina is voor een groot deel te danken aan Kiind magazine.